Abdij Sion

Abdij Sion was een cisterciënzerabdij van trappisten. Tussen de dorpen Diepenveen en Wesepe had de organisatie een gebied van in totaal 58 hectare in beheer. Het kloostercomplex waarvan de gebouwen voor een deel uit het eind van de negentiende eeuw stammen is erkend als rijksmonument.

Verdreven Belgische trappisten van de St.-Benedictusabdij te Achel kwamen in 1883 naar het landgoed Frieswijk bij Deventer en betrokken in 1890 de nabijgelegen de boerderijen De Vulik en Het Leeuwen waar ze met steun van onder andere de Deventer industriëlen Van der Lande en Ankersmit hun klooster bouwden. Het lag binnen de grenzen van het aartsbisdom Utrecht maar had –zoals elke abdij– kerkelijke territoriale jurisdictie en onafhankelijkheid.

Sion was de enige vestiging van trappisten ten noorden van de grote Nederlandse rivieren. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak vonden kloosterlingen uit de moederabdij te Achel in abdij Sion een toevluchtsoord. In de eerste tientallen jaren van het bestaan lag er een sterke nadruk op het leiden van een hard en boetvaardig kloosterleven. In 1935 werd het een abdij. De kloostergemeenschap bestond in 2013 nog uit twaalf broeders. Abdij Sion was een van de kloosters die naast het gemeenschapsleven en in betrekking daarmee ook het kluizenaarsleven kende. In een kluis binnen het slot van de abdij woonde vanaf 2005 als laatste kluizenaar in het klooster de heremiet broeder David.

Eind 2013 gaven de overgebleven broeders van Sion te kennen op zoek te zijn naar een ander onderkomen voor hun gemeenschap omdat de huisvesting in het kloostercomplex waar plaats was voor zo’n 120 broeders onder meer vanwege de gestegen kosten problematisch was geworden. Een groepje kloosterlingen maakte in 2015 een ‘doorstart’ op het eiland Schiermonnikoog. Enkele anderen zijn verhuisd naar de trappistenabdij van Westmalle. Eind 2015 werd het kloostercomplex aangekocht door de Stichting Nieuw Sion, die er een oecumenisch bezinningscentrum vestigde,

Nieuw Sion
Op 1 september 2018 namen de eerste vijf jongeren hun intrek in het nieuwe Sion. De jongeren stelden opnieuw de getijdenvieringen in en sindsdien wordt er viermaal per dag gebeden. De jongeren wonen er niet permanent, maar hebben de mogelijkheid om een jaar in het klooster te verblijven en deel te nemen aan het vormingsprogramma. De oprichting van het jongerenklooster is te danken aan Ben Lamoree en ds. Catharinus van den Berg.