Met een zelfgemaakte basgitaar, dozen van Persil en deksels van Buisman als drumstel en met een tot versterker omgebouwde radio begaven Theo en Hans Riesewijk, Richard Schrijver en René Bourgonje uit Schalkhaar zich in het begin van de jaren zestig als ‘Jazz Devils’ op het muzikale pad en luisterden in hun nabije omgeving menig verlovingsfeestje op. René Bourgonje kreeg al een paar jaar les van Ben Rondhuis van The White Comets toen hij in 1963 tijdens een logeerpartijtje zijn neefjes Hans en Theo Riesewijk tot muzikale activiteit aanspoorde en voorstelde een bandje op te richten. Buurjongen Richard Schrijver, trommelslager bij de plaatselijke muziekvereniging St. Caecilia, completeerde de Jazz Devils die, gestoken in witte overhemden en zwarte broeken met onder meer Who’s the tiger, Kom van het dak af en Oh my darling Caroline het dorp Schalkhaar uit de slaap hielden. De promotie van Go Ahead naar de eredivisie leverde het viertal een eerste serieus optreden op bij manager Willem Beltman thuis. Met de instrumenten achter op de fiets en de sterkste jongen uit de buurt Jan Mulder als roadmanager om de zware spullen te dragen, arriveerden de Jazz Devils bij Beltman en voelden zich een paar uur later de koning te rijk met elk een tientje op zak.
The Rockfighters
Roem en het grote geld lonkten en in het houten gymnastiekhok achter de Nicolaasschool werden wekelijks de akkoorden bijgeschaafd. Als het koud was werd er eerst gekeken of er wel voldoende petroleum in de tank zat. Zo niet dan werd het repeteren even uitgesteld. Bij warm weer daarentegen veranderde het houten hok in een broeikas en gingen de ramen en deur wagenwijd open. Dat leidde al gauw tot klachten in de buurt over geluidsoverlast. Gelukkig stelde het toenmalig hoofd van de Nicolaasschool een lokaal beschikbaar en kon de muzikale ontwikkeling van het viertal dat nu schuilging onder de naam The Rockfighters onbelemmerd doorgaan.
More Life
In 1965 voegde Rinus Tijhaar zich bij de band nadat hij eerst kritiek had geuit op de muzikale vertolking van het nummer Hello Josephine van The Scorpions. Toen hij liet horen hoe het nummer wel gezongen moest worden, gingen de overige bandleden meteen overstag. De tijd was rijp om de bakens te verzetten. Een tweede plaats op een talentenjacht in De Smidse te Wilp luidde een zeer succesvolle periode in met allereerst optredens tijden dansavonden van de Katholieke Instuif te Schalkhaar.
De apparatuur werd aangepast en verbeterd, het repertoire afgestemd op de top veertig en de naam veranderd in More Life. De band had in die tijd duidelijk de wind mee want het aantal dansavonden met live muziek nam enorm toe. De verzoeken om op te treden beperkten zich dan ook al niet meer tot Schalkhaar. In een straal van veertig kilometer werd de regio wekelijks geconfronteerd met More Life, soms wel vier of vijf keer in één weekend.
Na The White Comets waren ze de meest gevraagde band uit de wijde regio. De grote trouwe aanhang zorgde ieder weekend weer voor een geweldige sfeer tijdens de optredens waarbij vooral veel nummers van The Cats, The Golden Earring(s) en Creedance Clearwater Revival ten gehore werden gebracht. Ook had de band inmiddels met Jacques Tijhaar een manager in huis gehaald die de financiële zaken regelde en zorgde voor een volle agenda.
Enkele hoogtepunten in die tijd waren o.m. optredens in Roermond en een aantal malen in Duitsland. Ook een optreden in Schalkhaar samen met The Motions was een groot succes. In 1971 gooiden dienstplicht, werk, studie en verkering roet in het muzikale eten en werd het steeds moeilijker om te blijven repeteren. Toen ook de Nicolaasschool geen oefenruimte meer beschikbaar wilde stellen, werd in augustus 1972 besloten een punt achter More Life te zetten en de geplande optredens voor dat jaar verder af te zeggen.
Het hele verhaal van More Life